Belastingplannen 2025 eenmanszaak, vof, maatschap of cv

24 september, 2024 (07:32)

Het kabinet presenteert op Prinsjesdag plannen die belangrijk zijn voor je eenmanszaak, vof, maatschap of cv. Lees hieronder welke wijzigingen de regering volgend jaar wil doorvoeren.

Box 1 Inkomen uit arbeid, uitkering, eigenwoningbezit

De eerste schijf van box 1 wordt opgeknipt in twee delen. Box 1 bestaat dan uit drie schijven in plaats van twee. In 2025 betaal je in de nieuwe eerste schijf over je inkomen tot 38.441 euro 35,82 procent belasting. Dat is ongeveer een procentpunt lager dan in 2024. In de nieuwe tweede schijf betaal je over je inkomen tussen 38.441 en 76.817 euro 37,48 procent belasting. Dat is ongeveer 0,5 procentpunt meer dan in 2024. Over je inkomen boven 76.817 euro betaal je volgend jaar 49,5 procent, net als in 2024.

Lagere inkomens hebben voordeel van de lagere eerste schijf. Hogere inkomens merken daar minder van door het hogere percentage in de nieuwe tweede schijf.

Box 1 heeft aftrekposten. Dat zijn kosten die je mag aftrekken van je inkomen, waardoor je minder inkomstenbelasting betaalt. Bijvoorbeeld hypotheekrenteaftrek van je eigen woning en aftrekbare giften. Maar ook de ondernemersaftrek, zoals de zelfstandigenaftrek, meewerkaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Is je inkomen in 2025 hoger dan 38.441 euro? Dan krijg je in 2025 maximaal 35,82 procent over de aftrekposten terug, het tarief van de eerste schijf. Dat is iets lager dan in 2024.

Voor AOW-gerechtigden gelden andere tarieven. 

Box 2 Inkomen uit aandelenbezit

Bezit je 5 procent of meer van de aandelen in een bedrijf, dan heb je een ‘aanmerkelijk belang’. Je ontvangt dan mogelijk winstuitkering, oftewel dividend. Over winstuitkeringen tot 67.804 euro betaal je 24,5 procent belasting, net als in 2024. Over alles daarboven betaal je in 2025 31 procent belasting. Dat was in 2024 nog 33 procent.

Met deze aanpassing wil het kabinet ervoor zorgen dat er meer evenwicht is tussen de belastingtarieven voor aanmerkelijkbelanghouders, ondernemers met bijvoorbeeld een eenmanszaak en werknemers. Het zorgt ervoor dat ondernemers niet alleen door de belastingverschillen een rechtsvorm kiezen.

Fiscale partners kunnen de totale winstuitkering verdelen. Daardoor gebruiken ze twee keer het lage tarief. Dat betekent bijvoorbeeld dat je over een uitkering van in totaal 135.608 euro (2 x 67.804 euro) het lage tarief van 24,5 procent betaalt. Een fiscaal partner zonder inkomen kan geen gebruikmaken van de heffingskortingen. Door de winstuitkering te verdelen kan de partner ook de algemene heffingskorting gebruiken.

Box 3 Inkomen uit sparen en beleggen

Heb je spaargeld of beleggingen? Dan betaal je in 2025 over je vermogen tot 57.684 euro geen belasting. Heb je meer vermogen? Dan betaal je net als dit jaar 36 procent belasting over de opbrengst die de Belastingdienst verwacht dat jij zou kunnen halen in 2025. Dit noemen we een fictief rendement.

Schulden vallen ook in box 3. Heb je schulden? De Belastingdienst stelt ook daarvoor een fictief rendement vast. Dit rendement trek je af van het rendement op spaargeld en beleggingen. Een vast bedrag van je schulden kun je niet aftrekken. Dat is de schuldendrempel.

Deze fictieve rendementen op spaargeld en schulden worden na afloop van het kalenderjaar 2025 vastgesteld. Het rendement op beleggingen stelt de belastingdienst vast begin 2025.

Ondernemersaftrek

De mkb-winstvrijstelling daalt van 13,31 procent naar 12,7 procent in 2025. De afbouw van de zelfstandigenaftrek was al eerder aangekondigd. In 2025 is de zelfstandigenaftrek nog 2.470 euro en dat daalt de komende jaren verder. Door deze verlagingen is je belastbare bedrag hoger en betaal je meer belasting.

Bedrijfsopvolgingsregeling wijzigt

Krijg je een bedrijf in een erfenis of door een schenking? Dan betaal je daar erf- of schenkbelasting over. Hoeveel belasting je betaalt, hangt af van de waarde van de onderneming. Je kan een vrijstelling gebruiken: de Bedrijfopvolgingsregeling (BOR). 

Je mag gebruikmaken van de BOR als je voldoet aan drie voorwaarden:  

  • Er moet een actief bedrijf zijn (niet alleen maar beleggingen).
  • De oude eigenaar moet minimaal vijf jaar eigenaar zijn geweest voor de schenking. Bij overlijden is dit één jaar. Dat wordt de beziteis genoemd. 
  • Je moet minimaal vijf jaar doorgaan nadat je het bedrijf hebt gekregen. De aandelen mag je in die periode ook niet verkopen.

Voldoe je aan deze eisen? Dan kan je gebruikmaken van de BOR. Dat betekent dat je een vrijstelling krijgt van 100 procent als de waarde van het bedrijf 1.325.253 euro of lager is. Is het bedrijf meer waard? Dan krijg je een vrijstelling van 83 procent voor de waarde boven dat bedrag.  

Op Prinsjesdag stelt het kabinet voor om de voortzettingseis in 2025 te verlagen van vijf naar drie jaar. Daardoor mag je onder meer je bedrijf al drie jaar na de schenking of vererving verkopen.

In een wetsvoorstel staan meer wijzigingen voor de BOR vanaf 2026. 

Overige maatregelen inkomstenbelasting

In tegenstelling tot eerdere berichten blijft de giftenaftrek in de inkomstenbelasting ongewijzigd.

Let op: het staat nog niet vast wanneer de (wets)wijzigingen precies ingaan

Een wet of wetswijziging moet eerst goedgekeurd worden door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. De wet of wetswijziging geldt pas als die in het Staatsblad of de Staatscourant is gepubliceerd.

Een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of ministeriële regeling geldt ook pas na publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant.

NieuweWetten-app

Wil je meer weten over veranderingen in wetgeving en regels? Blijf op de hoogte met de NieuweWetten-app.

Op Ondernemersplein vind je een overzicht van kabinetsplannen die van belang zijn voor je bedrijf. Ook bij KVK lees je meer over Prinsjesdag en wetten en regels.