Woon-werkverkeer per 1-1-2013
Reiskosten gemaakt voor woon-werkverkeer kunnen vanaf 2013 niet langer onbelast vergoed worden. Wel kan de werkgever er voor kiezen de werknemer een deel van de kosten te vergoeden uit de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Zakelijke reizen, niet zijnde woon-werkverkeer, kunnen onverminderd onbelast vergoed worden.
Voor loodgieters, wijkverpleegkundigen en andere ambulante werknemers geldt dat het merendeel van de reizen naar de werkplek wordt aangemerkt als een zakelijke en dus onbelaste rit. Pas als langer dan een jaar naar dezelfde werkplek wordt gereisd, is sprake van woon-werkverkeer.
De reis naar de vaste werkgever wordt gezien als woon-werkverkeer, en wordt dus belast. Werkgever en werknemer bepalen samen wat als vast werkadres wordt aangemerkt. Ritjes naar dat vaste werkadres komen niet in aanmerking voor een onbelaste reiskostenvergoeding. Meerdere adressen van de werkgever kunnen aangemerkt worden als vast werkadres. Ook is sprake van woon-werkverkeer als op regelmatige basis wordt gereisd tussen de woning en een werkplaats waar in belangrijke mate werkzaamheden worden verricht. Dat kan dus een ander werkadres zijn dan die welke tussen werkgever en werknemer zijn overeengekomen. Voor zzp’ers geldt dat reizen naar opdrachtgevers gelden als zakelijke kilometers, tenzij langer dan een jaar naar dezelfde werkplek gereisd wordt. Voor leaserijders en voor houders van openbaar vervoerabonnementen is overgangsrecht vastgesteld overeenkomstig het Begrotingsakkoord 2013.